In de naam van Allah. De Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.


 

Beste gelovigen,

Bij Allah SWT zijn wij allen gelijk. Er is geen verschil tussen een blanke en een kleurling, tussen een man en een vrouw en eenman of tussen een afkomst. Het enige waarin wij verschillen van elkaar in onze relatie tot onze Heer en Schepper, Allah de Verhevene, is onze godsvrucht, onze godsvrees, onze taqwa. Taqwa heeft geen eenduidige Nederlandse vertaling, maar heet meest dichtbij komen we als we het zouden vertalen als het constant bewust zijn van in hoeverre Allah SWT blij is met je daden, of juist jouw daden verafschuwt. Moge AllahSWT ons tot de moetaqeen laten behoren.

 
Wanneer wij kijken naar onze daden en ons handelen zullen wij zien dat wij allemaal fouten maken ten opzichte van Allah. Iedereen doet wel een sajjie-ah of een ma’siejah, een overtreding in het geloof. Niemand van ons hier is perfect en vrij van fouten. Het verschil zit hem in hoe iemand omgaat met zijn overtredingen en fouten.
De een zal erg teleurgesteld zijn in zichzelf en het zal hem erg dwars zitten dat hij of zij iets gedaan heeft waarvan hij weet dat Allah SWT daar niet van houdt. En ook al is er al enige tijd verstreken sinds de overtreding is gebeurt, zal diegene er toch weer elke keer een naar gevoel bij hebben als hij of zij eraan terugdenkt. Dit is een teken van imaan, van geloof. Want de profeet SAW zegt in een overlevering:

Als je je goed voelt door jouw goede daad, en je je slecht voelt door jouw slechte daad, ben je een gelovige.

Een ander zal wellicht juist blij en trots zijn op zijn daad. En ook al weet hij dat hij met deze daad de grens van Allah SWT heeft overtreden, toch zal het hem niet raken en zal hij zijn daad bagatelliseren, verkleinen en tegen zichzelf zeggen dat het maar iets niets is. Wellicht zal hij ook direct de intentie hebben het nog een keer te doen. Dit is een teken dat iemand erg ver van Allah SWT staat en zijn hart zo overgenomen is door de slechte daden die hij verricht, dat hij niet meer inziet hoever hij gezakt is in zijn slechte daden. Dit is een doorgeschoten zondaar.

Ibn Masóed RA, een metgezel van de profeet SAW heeft gezegd: de gelovige ziet zijn zonden als een grote berg die elk moment op hem kan vallen, een doorgeschoten zondaar ziet zijn zonden als een vlieg die even langs zijn neus vliegt en die hij wegwuift.
Het is een teken van imaan beste broeders en zusters wanneer je verdrietig en boos op jezelf wordt als je een zonde hebt begaan, hoe klein deze zonde ook is. Het is een teken van imaan wanneer je je schaamt tegenover Allah voor de overtreding die je hebt begaan, het is een teken van imaan als je bang wordt voor de bestraffing van Allah voor de zonde die je hebt begaan. Dit zijn allemaal tekenen van een gezonde hart, van een hart die verbonden is aan Allah SWT en van een hart dat onderscheid kan maken tussen wat goed is en wat fout is en wat halaal is en wat haraam is.

 
Het tegenovergestelde is een zieke hart die niet meer het verschil ziet tussen halaal en haraam, dat alles wat haraam is kleineert alsof het niets is. Sterker nog, degene met zo een hart is er trots op bekend te staan om zijn zonden en zal deze ook hardop verkondigen. En dit maakt de situatie van zo een iemand nog erger. Want de profeet SAW zegt in een hadith: Mijn hele Ummah zal vergeven worden, behalve degenen die hun zonden hardop verkondigen.
Maw: ze plegen een zonde in hun eentje en gaan dat daarna aan iedereen vertellen.

Beste gelovigen, wij moeten uitkijken dat wij de zondes die wij plegen onderschatten of gaan verkleinen om het onszelf goed te praten. We horen mensen vaak zeggen: ‘ewa Allah i’foe ‘liena’
( Allah vergeeft ons wel) om daarna gewoon weer door te gaan met liegen, bedriegen, alchohol nuttigen, uitgaan, vreemdgaan, roddelen, stelen en ga zo maar door.
Elke kleine zonde is een zonde en heel veel kleine zondes bij elkaar zullen je hart ook zwartmaken en blind maken voor je daden. Dus het alleen beseffen dat je een zonde pleegt en daarna vrolijk verder gaan met je zondes is geen gedrag van een moe’mien (gelovige).

 
In soerat Al-Imraan roept Allah SWT ons op ons te haasten naar Vergiffenis van Allah SWT: En haast jullie naar de Vergiffenis van jullie Heer, en naar het paradijs ter breedte van de hemelen en de aarde, gereedgemaakt voor de godsvruchtigen.
Degenen die in voor- en tegenspoed uitgeven (op de weg van Allah) en die hun woede inhouden en de mensen vergeven. En Allah houdt van de weldoeners.
En degenen die, wanneer zij een verdorvenheid begaan, of zichzelf onrecht aandoen, Allah gedenken en Hem om vergeving vragen voor hun zonden. En wie (anders) behalve Allah kan de zonden vergeven?
En zij volharden niet in wat zij deden, terwijl zij het weten. Zij zijn degenen van wie de Beloning de Vergiffenis van hun Heer is, en tuinen waaronder rivieren stromen, voor eeuwig (vertoeven) zij daarin. Hoe geweldig is de beloning voor degenen die (goed) doen.(3:133)

Je zal en moet berouw tonen voor elke zonde die je pleegt. En een voorwaarde voor tawbah, berouw, is dat je dus stopt met de zonde waarvoor je berouw toont.
Beste gelovigen, we hebben vandaag twee manieren besproken hoe iemand kan omgaan met zijn zonden, want die hebben we allemaal. Het is nu zaak dat een ieder van ons naar zichzelf gaat kijken en zich afvraagt tot welke groep ik behoor? Wordt ik verdrietig en boos om mijn zondes? Maak ik mij zorgen om de hoeveelheid zondes die ik bega? Wordt ik blij als ik daden verricht waarvan ik weet dat die Allah SWT tevreden stellen? Of ben ik iemand die zondes aan de lopende band begaat zonder er erg in te hebben? En zoek ik altijd wel een smoes voor mezelf om mijn gedrag goed te praten? En wordt ik niet warmer of kouder van het horen van Koran? Of het aanwezig zijn in de moskee?

Houd je zelf deze spiegel voor beste broeders en zusters voordat het te laat is.

Moge Allah SWT ons in staat stellen onze eigen zonden onder ogen te zien en ons vergeven. Ameen.