In de Naam van Allah de Barmhartige de Meest Genadevolle.

De Profeet (vrede zij met hem) zocht toevlucht bij Allah tegen het kwade van de ziel. Want net zoals de ziel soms gerustgesteld kan zijn, kan het ook onrustig zijn. Op dezelfde manier kan het de neiging hebben tot het slechte. De slechte ziel is de soort die naar fysieke verlangens en zintuiglijke genoegens neigt, en het trekt het hart naar beneden. Het is de verblijfplaats van het kwaad. De geleerden zeggen dat dit (de slechte ziel) de ego is waartegen gestreden moet worden.”
Allah leert ons dat de ziel of nafs tot meerdere categorieen kan worden ingedeeld. Een hiervan is de hiervoor genoemde, namelijk kwade. Hierover zegt Allah in Surah Yusuf;

{ ۞ وَمَاۤ أُبَرِّئُ نَفۡسِیۤۚ إِنَّ ٱلنَّفۡسَ لَأَمَّارَةُۢ بِٱلسُّوۤءِ إِلَّا مَا رَحِمَ رَبِّیۤۚ إِنَّ رَبِّی غَفُورࣱ رَّحِیمࣱ }

En ik verklaar mijzelf niet vrij. Waarlijk, de (mens) zelf is geneigd naar het slechte, behalve als mijn Heer hem Zijn genade schenkt. Waarlijk, mijn Heer is” Genadevol, Barmhartig.”

 

O dienaren van Allah, de duivel staat achter deze ziel die neigt naar het slechte, en hij verfraait de slechte handelingen voor haar. Hij is haar metgezel die haar volgt en haar valse gedachten influistert. Hij beveelt haar het kwade en maakt het aantrekkelijk voor haar, en hij verlengt haar valse hoop. Hij toont haar het onwaarachtige in een aantrekkelijke vorm die ze accepteert, en hij voorziet haar van allerlei bedrieglijke verlangens en vernietigende lusten.

 

Daarom heeft Allah het voorschrijven van het bestrijden van deze neigende ziel verplicht gesteld, en Hij waarschuwt voor het meegesleurd worden erdoor. Het bestrijden en weerstand bieden tegen de ziel die neigt naar het slechte betekent dat men haar belast met wat vereist is volgens de religieuze voorschriften, door geboden en verboden en het tegengaan van wat zij verlangt en begeert.

 

Enkele geleerden hebben gezegd dat deze strijd vier niveaus kent:

1. Het belasten van de ziel met het leren van religieuze zaken.
2. Vervolgens het aansporen van de ziel om daarnaar te handelen.
3. Daarna het aansporen van de ziel om anderen te onderwijzen wat zij niet weten.
4. Geduld hebben en volharding tonen in al deze zaken.

 

Yahya ibn Mu’adh zei: “De mens heeft drie vijanden: zijn wereldse verlangens, de duivel en zijn eigen ego. Hij kan zichzelf beschermen tegen de wereldse verleidingen door zich ervan te onthechten, tegen de duivel door hem te weerstaan, en tegen zijn ego door zich te onthouden van verlangens.”

 

Ibn al-Qayyim zei: “Niemand heeft een negatieve mening over zichzelf, behalve degene die zichzelf werkelijk kent. En degene die een goede mening heeft over zichzelf, behoort tot de meest onwetende mensen over zichzelf.”

 

Maimun ibn Mahran zei: “Een dienaar kan geen ware vroomheid bereiken totdat hij met zichzelf afrekent zoals hij zijn partner rekenschap zou geven, door te vragen naar de herkomst van zijn voedsel en kleding.”

moge Allah onze zielen zuiver houden, Ameen.