In de Naam van Allah de Barmhartige de Meest Genadevolle

Beste gelovigen,

Het beroep van het onderwijs is een nobel en eervol beroep, een voortdurende en eervolle taak, zolang de mensheid op deze aarde blijft bestaan. Er is geen enkel persoon die succesvol is in deze wereld, ongeacht zijn prestaties en vaardigheden, zonder de invloed van zijn leraren en de zorg van zijn ouders. 

De eerste leerling onder de mensen was onze vader Adam RA. Allah swt leerde hem woorden en de namen van alle dingen voordat de engelen ze leerden. Allah swt zegt: 

وَعَلَّمَ آدَمَ الْأَسْمَاءَ كُلَّهَا ثُمَّ عَرَضَهُمْ عَلَى الْمَلَائِكَةِ فَقَالَ أَنبِئُونِي بِأَسْمَاءِ هَٰؤُلَاءِ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ *

قَالُواْ سُبْحَانَكَ لَا عِلْمَ لَنَا إِلَّا مَا عَلَّمْتَنَا إِنَّكَ أَنتَ الْعَلِيمُ الْحَكِيمُ  

‘En Hij onderwees Adam de namen – allemaal. Toen presenteerde Hij hen aan de engelen en zei: ‘Vertel Me de namen van deze, als jullie waarachtig zijn.’ Ze zeiden: ‘Heilig bent U, wij hebben geen kennis behalve wat U ons hebt geleerd. Voorwaar, U bent de Alwetende, de Alwijze.’ (Soera Al-Baqara, 2:31-32).

 

Religieuze kennis werd overgedragen van de profeten en boodschappers via geleerden in elke natie. Elke keer als de periode van een profeet eindigde, kwam er een nieuwe profeet, totdat Allah SWT de laatste van Zijn profeten en boodschappers stuurde, onze profeet Mohammed, SAW. Allah SWT zegt hierover in de koran:

هُوَ الَّذِي بَعَثَ فِي الأُمِّيِّينَ رَسُولاً مِنْهُمْ يَتْلُو عَلَيْهِمْ آيَاتِهِ وَيُزَكِّيهِمْ وَيُعَلِّمُهُمْ الْكِتَابَ وَالْحِكْمَةَ وَإِنْ كَانُواْ مِنْ قَبْلُ لَفِي ضَلالٍ مُبِينٍ

Hij is Degene Die bij de ongeletterde (Arabieren) een Boodschapper (Mohammed) uit hun midden zond, die hun Zijn Verzen voordroeg, en die hen reinigde, (van polytheïsme) en die hun het Boek en de Wijsheid onderwees, terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden.

 

Het onderwijs is de functie van de profeten en boodschappers, en daarna is het de taak die is overgeleverd aan de geleerden en dragers van religieuze kennis. Elke leraar geniet van eer en een hoog aanzien in verhouding tot wat hij heeft geleerd en heeft onderwezen aan kennis, of dat nu weinig of veel is.

De leraren van de Arabische taal, de Heilige Koran en islamitische opvoeding in onze samenleving vervullen een nobele taak, een taak die vergelijkbaar is met de taak van de profeten en boodschappers. 

 

Degenen die verantwoordelijk zijn voor het onderwijs, zowel in administratieve als onderwijzende functies in onze samenleving, vervullen een belangrijke taak met geduld en toewijding. Ze vervullen een cruciale rol namens de gemeenschap als geheel en specifiek voor de moslimgemeenschap. Op basis hiervan is het onze plicht om hen de gepaste status te geven die ze verdienen, om voor hen te zorgen en hen te eren, en om hen te ondersteunen bij het vervullen van hun missie. Onze voorgangers hadden een hoog bewustzijn als het ging om het onderwijzen van het boek van Allah aan hun kinderen. In dit verband haalt de imam een voorbeeld aan van onze voorgangers.

 

Het voorbeeld gaat over Imam Abu Hanifa al-Nu’man RA. Isma’il ibn Hammad ibn Abu Hanifa zei: ‘Toen Abu Hammad de recitatie van Al-Fatiha beheerste, gaf Abu Hanifa de leraar vijfhonderd dinars.’ Dit komt overeen met ongeveer 1487 gram puur zilver (ongeveer €1025).

Ibn Wahb (een leerling van Imam Malik) zei: ‘Ik was bij Imam malik RA toen een leraar naar hem toe kwam en zei: ‘O Abu Abdullah, ik ben iemand die kinderen onderwijst. Iemand kwam naar me toe en bood me iets aan waarvan ik aarzel om het te accepteren als beloning. Mensen zijn ook terughoudend geworden om me te belonen zoals ze gewend waren, en ik heb mijn gezin om voor te zorgen. Onderwijs is mijn enige bron van inkomsten.’

 

Imam Malik antwoordde: ‘Ga en accepteer de beloning.’ De man vertrok en sommige van de aanwezigen vroegen: ‘Beveelt u hem om een beloning te eisen voor onderwijs?’ Imam Malik antwoordde: ‘Ja, wie zal onze kinderen onderwijzen en ze opvoeden? Wat zouden we zijn zonder leraren?’ Dit voorbeeld illustreert dat het gebruikelijk was om te onderhandelen over beloningen voor onderwijs. Imam Malik, met zijn scherp juridisch inzicht, gaf een fatwa op basis van het bereiken van de voordelen van onderhandelingen en om de schade te voorkomen die zou kunnen ontstaan als het vragen om een beloning voor onderwijs werd verboden.

 

Beste Dienaren van Allah, 

Naast de positie en de deugden die een leraar dient te ontvangen draagt de leraar ook een zware verantwoordelijkheid jegens zijn geloof en gemeenschap. Een leraar dient verantwoordelijkheid op zich te nemen als hij ziet dat de moslimgemeenschap en hun kinderen zijn kennis en onderwijs nodig hebben. Helaas zien we dat men hier nalatig in is.

 

De Profeet Mohammed SAW heeft gezegd: “De voeten van de dienaar zullen op de dag des Oordeels niet bewegen, totdat hij gevraagd wordt over vijf (zaken): hoe men het leven besteed heeft, hoe men de jeugd heeft doorgebracht, hoe men zijn inkomen verdient heeft en waar deze aan besteed is en wat men gedaan heeft met de kennis die hij had?”

 

Moge Allah ons leiden om het recht van kennis en onderwijs, zowel voor leraren als studenten, te vervullen. Amin