بِسْــــــــــــــــــمِ اﷲِالرَّحْمَنِ اارَّحِيم

De geleerden hebben gezegd:
“Berouw tonen voor elke zonde is verplicht. Als het gaat om een zonde die verricht wordt door de dienaar ten opzichte van zijn Heer – en die geen verband houdt met het recht van de mens -, dan is dit berouw onderhevig aan drie voorwaarden: Afzien van de zonde, sprijt hebben dat je de zonde hebt verricht en de vastberaden intentie hebben om nooit meer deze zonde te verrichten. Als één van deze voorwaarden niet vervuld is, dan zal het berouw niet geldig zijn.
Als de zonde een mens schaadt, dan zijn er vier voorwaarden verbonden aan het berouw: de drie voorgaande en de vierde, die inhoudt dat de schade die werd aangericht bij iemand anders, moet hersteld worden. Als het om een diefstal gaat moet de bezitting teruggegeven worden aan de eigenaar. Als het gaat om laster tegenover een persoon – of iets vergelijkbaars – dan moet dit hersteld worden of moet er vergeving gevraagd worden aan de persoon. Als het gaat om kwaadsprekerij, dan moet de persoon daarover ingelicht worden.
Het is noodzakelijk om berouw te tonen voor elke zonde. Als de dienaar berouw toont voor sommige zonden, dan is zijn berouw geldig voor de zonden, maar hij moet ook berouw tonen voor de rest van de zonden die hij verricht heeft. De argumenten in de Koran, de Sunna en de consensus van de gemeenschap (ijmaâ’) zijn erg duidelijk over het verplichte karakter van het berouw”

Allah swt zegt: “O jullie die geloven, keer jullie allen in berouw tot Allah. Hopelijk zullen jullie welslagen” [24:31]

13. Volgens Abu Hurayra (ra) heeft de Profeet ﷺ gezegd:

Bij Allah, meer dan zeventig keer per dag vraag ik om vergeving aan Allah en keer ik me in berouw tot Hem. [Al-Bukhari]

14. Al-Agharr ibn Yasar al-Muzani al-Ansari levert de volgende woorden van de Boodschapper van Allah ﷺ over:

O mensen! Toon berouw en vraag Allah om vergeving! Ik toon zelf elke dag honderd keer berouw. [Muslim]

15. Volgens Abu Hamza ibn Malik al-Ansari (ra), de bediende van de Profeet ﷺ, heeft de Profeet ﷺ gezegd:

Zeker, Allah verheugt Zich meer over het berouw van Zijn dienaar dan één van jullie die zijn kameel terugvindt in de woestijn. [Al-Bukhari en Muslim]