بسم الله الرحمن الرحيم

الحمد لله رب العالمين والصلاة والسلام على أشرف المرسلين و على آله و صحبه أجمعين

امآ بعد

 

INTRODUCTIE

Dit artikel zal een indruk geven over het leven van Imam Malik. Na het lezen van dit artikel zult u een duidelijk beeld krijgen omtrent het karakter en het leven van deze grote Imam. Het merendeel van de literatuur dat over zijn leven gaat, is beschikbaar in het Arabisch en Engels. Het is van groot belang dat de biografie van Imam Malik ook in het Nederlands beschikbaar gesteld wordt voor een nieuwe generatie lezers. Dit artikel probeert hier een eerste weg mee in te slaan. Dit artikel behandelt zijn afkomst, uit wat voor familie hij kwam, de invloed van Medina op zijn studies en denken, wie zijn docenten waren, zijn bekendste werken en wat andere geleerden over hem hebben geschreven en gezegd. Ondanks de grote omvang van zijn biografie en het vele dat hij bereikt heeft, probeert dit artikel zo goed mogelijk een accurate indruk te schetsen van zijn leven.

DE AFKOMST VAN IMAM MALIK

Zijn volledige naam is Malik ibn Anas ibn Malik ibn Abi ‘Amir al Asbahi. Malik ibn Anas was een afstammeling van de stam genaamd Dhu Asbah. Deze stam bevond zich in de regio die nu Jemen heet. In deze regio was er een groot koninkrijk in de tijd van de jahiliya. De naam van het koninkrijk was Tatabi’a. Dit houdt in dat in deze periode Abu ‘Amir verhuist is van het zuidelijkste deel van het Arabisch schiereiland naar de Hijaz. Abu ‘Amir was de overgrootvader van Malik ibn Anas en behoorde volgens Qadi ibn ‘Ala’ el Qushayri tot de sahaba. Waar we meer historisch duidelijke informatie over hebben, is de grootvader van Malik ibn Anas. Zijn naam is Malik ibn Abi ‘Amir en behoorde tot de grote geleerden van de tabi’in. Hij heeft van ‘Umar ibn Khataab, Talha, ‘Aisha, Abu Huraira en Hassan ibn Thabit hadith overgeleverd.

Hij was tevens één  van de personen die ‘Uthman ibn ‘Affaan droeg naar zijn graf. Dezelfde bronnen plaatsen de grootvader van Malik ibn Anas in alle aanvallen die de profeet ﷺ uitvoerde tegen zijn vijanden. Eén van de nobele daden van Malik ibn Abi ‘Amir was het assisteren bij het schrijven van de mushaf op papyrus in de tijd van de rechtgeleide kalief Uthman ibn ‘Afaan. De opa van Malik ibn Anas had in totaal vier kinderen. Anas (de vader van Malik ibn Anas), Abu Suhayl, Ar Rabi’ en Uways. Binnen zijn familie waren er meerdere geleerden die overleveraars waren van verschillende hadith. Echter, de meest gerespecteerde en meest authentieke overleveringen van al deze familieleden kwamen van Uways. Imam Bukhari en Imam Muslim, bekend van de twee canonieke hadith verzamelingen, gebruikten de isnad van Malik ibn Abi ‘Amir en Abu Suhayl (de zoon van Abi ‘Amir). De vader van Malik ibn Anas daarentegen was geen grote muhadith. Zijn naam was Anas ibn Malik en volgens sommige bronnen een speermaker in de stad Medina. Malik ibn Anas overleverde geen hadith met zijn vader in de ketting van overleveraars. De naam van de moeder van Malik ibn Anas was el ‘Aliya bint Sharik el Azdiyya. Tot deze nobele familie kan Malik ibn Anas zijn oorsprong herleiden.

DE VROEGE JAREN

Malik ibn Anas is waarschijnlijk geboren in 93H/712C. Maar niet alle overleveringen plaatsen hem in hetzelfde jaar. Hij stond eerst bekend als “de broer van An Nadr.” Dit was zijn broer waarmee hij samen handel dreef en die veel respect genoot onder de bevolking van Medina. Maar toen Malik ibn Anas zelf kennis ging opdoen en succes had in zijn zoektocht naar kennis, begonnen mensen “An Nadr, de broer van Malik” te zeggen. Hij groeide op in Medina el Munawwara en de stad stond bekend om haar grote hoeveelheid aan eminente geleerden. Deze geleerden waren de erfgenamen van kennis van de sahaba. Al vanaf vroege leeftijd was Malik ibn Anas hongerig naar kennis en zocht hij deze kennis op. Volgens Ibn el Qasim verkocht hij het hout van zijn dak om zijn studies te kunnen bekostigen. Op een dag vertelde hij tegen zijn moeder dat hij wilde gaan studeren. Zijn moeder kleedde hem in zijn beste kleding en zei dat hij naar Rabi’a moest gaan om te studeren. Een ander verhaal, deze keer met zijn vader in de hoofdrol, bevestigt de motivatie van Malik ibn Anas om kennis op te doen. Toen hij nog jong was, stelde zijn vader een vraag aan Malik en zijn broer. Malik had het verkeerde antwoord gegeven en was zo van streek dat hij besloot om voor 7 jaar bij Ibn Hurmuz te gaan studeren. Het is zeer noemenswaardig om te weten dat in de tijd van Malik ibn Anas de wijze van studeren nog steeds via de gesproken woorden van de docent ging. Kennis werd niet direct gedoceerd uit boeken, dat wil zeggen het geschreven woord van een geleerde. Er werd een immense nadruk gelegd op het gesproken woord. Het was dus van enorm belang dat de leerlingen de woorden van de docent verbatim konden reproduceren. Dit is te herleiden naar de pre-Islamitische passie en respect voor de orale overdracht van verhalen in de Arabische cultuur. Pas als de leerling in staat was dit te doen, ging de docent over op de tekstuele toelichting. Het unieke aan Malik ibn Anas is dat hij niet alleen een autoriteit was op het gebied van fiqh, maar ook in de wetenschap van het reciteren van de Qur’an en in de hadith discipline zoals we zullen zien. Deze vaardigheden maakte hem in zekere zin uniek aangezien weinig tot niemand deze twee vaardigheden compleet beheerste.

IMAM MALIK ALS STUDENT

Malik ibn Anas leerde de Qur’an van vele uitstekende docenten. Hij heeft onder de vleugels van maar liefst 70 tabi’in Qur’an mogen studeren. Maar de meest gerespecteerde onder zijn Qur’an docenten was Nafi’ ibn ‘Abd Rahman ibn Abi Nu’aym (d. 136H/735C). Nafi’ is oorspronkelijk van Perzische afkomst en behoorde tot de stam genaamd Kinani, een cliënt (mawla) stam van de Banu Layth. Imam Nafi’ was de qari van Medina. Dit is dezelfde Nafi’ die we kennen van de 7 erkende recitaties. Via de recitatie van Nafi’ zijn er tegenwoordig twee riwayaat te herleiden, namelijk Warsh en Qaalun. Er was geen autoriteit groter dan Imam Nafi’ op het gebied van de Qur’an. Als de mensen vragen hadden omtrent de correcte manier van reciteren dan gingen ze naar het huis van Imam Nafi’ in el Baqi’. Eén  van de mensen van Medina, Abu Sa’id Abd el Malik ibn Qurayb el Asma’i, vroeg aan Malik ibn Anas wat hij van de basmala vond aan het begin van een surah, waarop hij antwoordde: “zoals in elke discipline, vraag het aan de mensen die er over gaan. Nafi’ is de Imam van de muqri’in.” Het feit dat Imam Nafi’ éen van de docenten van Malik ibn Anas was, is terug te zien in de Muwatta van Malik ibn Anas waarin we vakkundig commentaar vinden op sommige verzen van de Qur’an. Voordat Malik ibn Anas zich in andere wetenschappen verdiepte, maakte hij er een prioriteit van de Qur’an te memoriseren. Dit deed hij dan ook op zeer jonge leeftijd.

Pas toen hij de Qur’an had gememoriseerd, ging hij over op het bestuderen en memoriseren van de hadith. Voor elke hadith die hij memoriseerde legde hij een knoop in een stuk touw. Hij had een immens respect voor de woorden en daden van de profeet ﷺ. Op een dag vroegen de mensen of hij luisterde en kennis overnam van ‘Amr ibn Dinar. Hij antwoordde dat hij hem een keer hadith zag doceren en de leerlingen stonden rechtop terwijl hij les gaf. Dit vond hij geen teken van respect en schreef daarom tijdens die lessen niets op. Hadith studie, zoals uit de voorbeelden blijkt, was één van zijn voornaamste interesses en dit is te zien in de mate van waardering die hij er voor had.

Hij begon daarom op jonge leeftijd al met het memoriseren van hadith. Twee belangrijke docenten waarvan Malik ibn Anas kennis heeft mogen overnemen waren Mohammed ibn Shihab el Zuhri en ‘Abdullah ibn Abi Bakr ibn Mohammed ibn ‘Amr ibn Hazm el Ansari. Deze twee geleerden hebben hem geholpen niet alleen hadith te memoriseren maar ook te begrijpen en op een gepaste wijze een religieus oordeel te extrapoleren uit het corpus van aanwezige hadith. Malik ibn Anas was bovenmatig nauwkeurig als het aankwam op hadith overnemen van geleerden. Hij leunde niet tegen de pilaren van de moskee tijdens het luisteren van de lessen. Noch zat hij in de studie-cirkels in de moskee van de profeet ﷺ. Dit waren de gebruiken onder de studenten in Medina. Echter, hij wilde hadith alleen maar memoriseren van mensen die, zoals hij het zelf verwoorde, taqwa hadden. Mensen met een uitstekend geheugen, solide kennis en, veel belangrijker, mensen die zich realiseerden dat zij zich moeten verantwoorden op de Dag des Oordeels. Shu’ab ibn el Hajjaj zei dat Malik ibn Anas “niet [zomaar] van iedereen iets [hadith] opschreef.” De frequente herhaling van Malik ibn Anas in de sahih verzamelingen van Imam Bukhari en Imam Muslim getuigt van een onmetelijke hoeveelheid authenticiteit. De Kitab el Um, Musnad en Kitab ar Risala van Imam Shafi’i beginnen allemaal met “Malik zei tegen ons”. Dit is een teken voor de lezer dat de aanwezige hadith uit één  van de betrouwbaarste bronnen te herleiden is. Hetzelfde geldt voor de hadith collectie van Hafiz Abu Bakr el Bayhaqi. Deze collectie benadrukt keer op keer dat Malik ibn Anas aan de top van de overleveringsketen staat en via deze wijze probeert Hafiz Abu Bakr el Bayhaqi de betrouwbaarheid van zijn werk te kenmerken.

MEDINA EN IMAM MALIK

De speciale plek die Medina innam binnen het Islamitisch rijk, namelijk de plek van kennis, vooral als het gaat om de studie van hadith, is Malik ibn Anas ten goede gekomen. Medina neemt een speciale plek in als we kijken naar de geschiedenis, ontwikkeling en de fundamenten van de islamitische jurisprudentie. Allereerst groeide Malik ibn Anas op in een tijd dat de hoofdstad van het Islamitisch rijk werd verplaatst van Medina naar Damascus door de Umajjaden. Geschiedkundig was de tendens dat een verhuizing van de hoofdstad en het hof inhield dat de aristocratie mee verhuisde. Echter, dit was niet het geval in Medina. De aristocratie bleef in Medina en de ‘Alid familie, een machtige familie uit Medina, voerde zelfs een quasi proxi-oorlog tegen de Umajaden. Maar ondanks de verplaatsing van de hoofdstad konden de mensen van Medina trots zijn op hun stad.

De mensen van Medina kregen hun kennis rechtstreeks van een onbesmette bron. De profeet ﷺ gaf de kennis door aan de sahaba, die het op hun beurt doorgaven aan de tabi’in die het op hun beurt doorgaven aan de tabi’ tabi’een. Het was via deze route dat alle kennis in Medina zorgvuldig bewaard bleef aangezien het merendeel van de sahaba, tabi’in en tabi’ tabi’in in Medina woonde en verbleef. Via deze keten kunnen we de bron van kennis met betrekking tot Malik ibn Anas herleiden. Eén  van de betrouwbaarste ketens is die waarin Nafi’ voorkomt. Malik ibn Anas nam kennis over van zijn docent Nafi’, de bevrijde slaaf van ‘Abdullah ibn Umar. ‘Abdullah ibn Umar was de zoon van ‘Umar ibn Khattaab en zag de profeet ﷺ in levende lijve en was oud genoeg om zich zaken te herinneren en begrijpen van het profeetschap van de profeet ﷺ. Ondanks dat er in andere steden, zoals Kufa, Basra en Fustat, ook grote geleerden waren, verschilde Medina in een cruciaal facet. Medina bezat een kwantitatief voordeel dat bij andere steden ontbrak. Ondanks dat veel sahaba de Islam gingen verspreiden in het Oosten en Westen bleef een meerderheid van de sahaba achter in Medina. De hoeveelheid sahaba in de Medina was groter dan elke andere stad omdat men Medina zag als de belangrijkste bron van authentieke kennis die onveranderd door werd gegeven van generatie op generatie. Het zou vrijwel onmogelijk zijn om innovatieve aspecten te introduceren in Medina zonder dat een meerderheid van de bevolking aangaf dat dit niet de opinie en gebruiken waren van hun vaders. Deze vaders leerden het op hun beurt van hun vaders die het uiteindelijk leerden van de profeet ﷺ. Dit aspect maakte van Medina een plek waar men de sunnah in levende lijven kon zien.

DE GELEERDEN VAN MEDINA

In de tijd van Malik ibn Anas was er een groep geleerden in Medina die bekend stond als de 7 fuqaha van Medina. Deze 7 fuqaha waren de grootste geleerden wat betreft het overleveren van hadith en Malik ibn Anas heeft onder hun hoede kennis mogen opdoen. Tevens waren hun fatawa de meest gerenommeerde binnen Medina. Deze 7 geleerden kenden de fiqh van de sahaba extensief. De namen van deze grote geleerden waren Sa’id ibn al-Musayyab, ’Urwa ibn az-Zubayr, Abu Bakr ibn ‘Abdu’r-Rahman, Al-Qasim ibn Muhammad ibn Abi Bakr, ’Ubaydullah ibn ‘Abdullah ibn ‘Utba ibn Mas’ud, Sulayman ibn Yasar en Kharija ibn Zayd ibn Thabit. Het ligt buiten het doel van dit artikel om deze geleerden verder in detail te bespreken. Een belangrijk aspect dat gemeld moet worden, is dat deze geleerden een groot verschil hadden met geleerden in andere steden, zoals die in Irak. Als er een hypothetische vraag werd gesteld, gaven de geleerden van Irak een antwoord en kon er vanuit deze hypothetische grondslag een precedent worden geschept voor toekomstige zaken. De geleerden uit Medina deden dit niet. Zij gaven alleen oordelen en fatawa over zaken die zich daadwerkelijk hadden afgespeeld. De reden waarom hypothetische argumentatie wel werd toegepast in Irak is niet met zekerheid te verklaren. Eén van de reden kan zijn dat het geen antwoord kunnen geven op vragen door de nog niet bekeerde bevolking kon worden gezien als een zwakte in de Islamitische leer. Dit probleem was logischerwijs niet aanwezig in Medina aangezien iedereen Moslim was. Malik ibn Anas was conservatief en kritisch met betrekking tot dit soort hypothetische argumentatie. Een exemplarisch voorbeeld van dit principe is het moment dat een individu naar ‘Abdullah ibn ‘Umar ging en vroeg wat moet ik doen als zo en zo gebeurd. ‘Abdullah ibn ‘Umar vroeg aan hem of het daadwerkelijk was gebeurt waarop de man antwoordde dat het niet was gebeurd. ‘Abdullah ibn ‘Umar meldde hem dat hij moest terugkomen als het daadwerkelijk was gebeurd.

IMAM MALIK DE FAQIH

Ondanks de hoeveelheid grote geleerden en de aanwezigheid van het erfgoed van sahaba, tabi’in en tabi’ tabi’in heeft Malik ibn Anas op een jonge leeftijd groot respect vergaard onder de mensen van Medina. Op zijn relatief jonge leeftijd gaf Malik ibn Anas al fatawa aan de bewoners en kwamen ze naar hem toe als ze vragen hadden met betrekking tot het islamitische recht. Zijn fatawa zijn te herleiden naar de profeet ﷺ via de lijn van Ibn ‘Umar en ‘Aisha. De mensen van Medina stelden hun vragen aan Malik ibn Anas omdat hij van maar liefst 70 grote geleerden in Medina toestemming had gekregen om religieuze uitspraken te geven. Vanaf dat moment was Malik ibn Anas niet meer één  van de vele talentvolle leerlingen in Medina maar Imam Malik, Imam van de Imams. Het is dankzij deze bijzondere omstandigheden in Medina en zijn ongekende passie voor kennis dat Imam Malik als “bewijs van de Islam” en “Sheikh el Islam” kreeg van zijn tijdgenoten. Toen hij zijn studies had afgerond en werd erkend als een geleerde zat hij vaak in de moskee van de profeet ﷺ op de plek waar ‘Umar ibn Khattaab ook zat toen mensen hem kwamen vragen voor religieus advies. Voordat hij hadith doceerde verrichte hij wudu en deed daarna zijn beste kleding aan. Als mensen met vragen kwamen aan zijn deur vroeg hij zijn bediende of het vragen waren die te maken hadden met hadith of niet. Als het om hadith ging, verrichte hij de grote wassing en beantwoordde dan pas de vraag. Zijn lessen waren zo populair dat Hassan ibn Arabi’ voor de deur van Malik stond om de mensen één voor één naar binnen te roepen. Eerst mochten de mensen uit Hijaz naar binnen, vervolgens de mensen uit Syrië, daarna de mensen uit Irak.

Eén van de personen die aanwezig was, was de bekende Hammad ibn Hanifa. Ondanks zijn status als autoriteit op het gebied van fiqh beantwoordde hij vele vragen met de zin “ik weet het niet.”  Dit deed hij omdat hij een groot respect had voor de Qur’an en sunnah. Hij zei dat niets moeilijker was dan een vraag beantwoorden en zeggen of iets halal of haram is. Hij heeft vele geleerden mogen ontmoeten in zijn leven en zegt dat vele van hen liever de dood zagen dan een vraag beantwoordden met als antwoord halal of haram. Tevens eindigden vele van zijn fatawa met de nederige zin “dit is simpelweg een mening en wij zijn er niet zeker van.” Ook maakte hij er geen verplichting van om zijn fatawa helemaal te volgen. Hij gaf elke kwestie voldoende tijd en haastte niet tot een snel oordeel. Hij verafschuwde de trend die er heerste in zijn tijd dat mensen direct een zaak als halal of haram bestempelden. Tijdens een gesprek met zijn student Ibn el Qasim zei hij dat hij over een bepaalde zaak 20 jaar heeft nagedacht en er nog steeds geen mening over heeft kunnen formuleren. Hij onderbouwde dit met het vers ‘Wij zullen een zwaar woord op jullie doen neerdalen’ (Qur’an 73:5). Deze voorbeelden illustreren de waarde die Imam Malik gaf aan correcte jurisprudentie.

HET WERK VAN IMAM MALIK

Het bekendste werk van Imam Malik is de Muwatta. Dit is de eerste verzameling van hadith en behoort tot de voorloper van Sahih Bukhari en Sahih Muslim. Dit boek is meer dan een verzameling overleveringen van de profeet ﷺ. Het is een boek dat de fysieke sunnah categoriseert en het is een document van de geaccepteerde principes en handelingen van de mensen van Medina. De taalkundige definities van wat Muwatta betekent verschillen. Sommigen zeggen dat het “een boek is dat alles duidelijk maakt en niet moeilijk is om te beheersen”. Anderen zeggen dat het komt van het Arabische woord waata’a dat betekent ‘ergens mee akkoord gaan’. Dit slaat op het feit dat de Muwatta eerst werd gepresenteerd aan de leidende geleerden in Medina die hun mening er over moesten uitspreken. Ze waren het er unaniem mee eens dat dit boek zuivere kennis bevatte. Wat dit boek verder uniek maakt, is dat het één van de vele boeken in circulatie was in Medina en een grote kans had om ten onder te gaan aan de glorie van andere bekende werken. Zo was er een boek, ook genaamd Muwatta, van ‘Abd al ‘Aziz ibn Majishun (d. 164H/780C) dat grote populariteit genoot. Het boek van ‘Abdallah ibn Wahb (d. 197H/812C), dat nog steeds gedeeltelijk aanwezig is in manuscript vorm, circuleerde ook rond in Medina. Ondanks deze andere grote werken is de Muwatta het bekendst. De Muwatta is niet rechtstreeks beschikbaar gesteld aan de hedendaagse lezer. De Muwatta is beschikbaar in verschillende transmissies. De bekendste en meest gebruikte is die van Yahya ibn Yahya al Masmudi, een Andalusische geleerde van Berberse komaf (d. 234H/848C), die het direct van Imam Malik heeft gehoord, gememoriseerd en in het jaar 179H/795C heeft opgeschreven in manuscript vorm. Het manuscript van ‘Ali ibn Ziyad (d. 183H/799C) is daarentegen het oudste manuscript maar dit is helaas niet compleet. Het verschil in inhoud tussen deze twee werken is nihil en de discrepanties hebben te maken met hoofdstuk indeling, lengte en presentatie van het materiaal. We moeten de Muwatta niet als een boek zien waar Imam Malik met een voorbedacht plan aan begon. Het is beter om het te zien als een work in progress. Een handboek om uit te doceren waaraan tijdens het leven  en de lessen van Imam Malik telkens materiaal werd toegevoegd. De aantekeningen van studenten en het commentaar van Imam Malik is toegevoegd als een extra dimensie om zo nu en dan de vraagstukken in detail te bespreken. Imam Suyuti (849H/1445C) zei, dat Imam Shafi’i zei, dat de Muwatta het beste boek was na de Qur’an.

Andere werken van Imam Malik zijn ook bewaard gebleven. Zo is er een brief over het theologische vraagpunt wat betreft qadr. Deze brief was een polemisch werk tegen de sekte genaamd Qadariya. De brief was bestemd voor één van de studenten van Imam Malik met de naam ‘Abdullah ibn Wahb. Hij moest met de kennis in deze brief de verschillende dwalende sektes debatteren en hen doen overtuigen van hun ongelijk. Een ander werk van Imam Malik is een astrologische uiteenzetting van de verschillende stadia waarin de maan verkeert. Er is ook een boek over archaïsche woorden die in de Qur’an voorkomen. Dit laatste werk geeft aan dat Imam Nafi’ een grote stempel op zijn studies heeft gelaten.

HET RESPECT VOOR IMAM MALIK

De immense populariteit heeft talrijke studenten van kennis aangetrokken. Velen bleven jaren in Medina om met Imam Malik te studeren. Dit bleef niet onopgemerkt en al snel hadden andere geleerden hun lovende mening over Imam Malik klaar staan. In het boek van Ibn Hajar genaamd Taqrib at Tahdhib informeert de schrijver ons over Imam Malik. “Malik ibn Anas ibn Malik ibn Abi ‘Amer al Asbhahi, Abu ‘Abdallah, Al Madini, the faqih, de Imam van de Hijra, de leider van de personen met taqwa van wie Al Bukhari zei “de betrouwbaarste van alle isnad zijn die van Malik via Nafi’ via Ibn Umar.”” Imam Dhahabi zei dat de deugden van Imam Malik nooit in iemand anders zijn terug gevonden. Hij was uniek in zijn kennis en manier van doceren. Hij benoemt als laatst dat alle Imams hem als betrouwbaar beschouwen en dat hij zich standvastig aan de sunnah hield. Ahmad ibn Hanbal zei over hem dat “Malik de meester van de meester van de kennis en hij is hun Imam in hadith en fiqh.”

ZIJN LAATSTE JAREN

Imam Malik was kaal en had een groot hoofd met mooi gevormde ogen, zijn neus wordt beschreven als niet al te groot maar als fijn. Zijn  baard word beschreven als vol. Volgens Mus’ab Azubairi was Imam Malik “één van de meest aantrekkelijke personen” en was hij ook aantrekkelijk “in lengte.” Geïmpliceerd wordt dat hij redelijk lang was, in ieder geval niet klein. Imam Malik heeft de stad Medina nooit verlaten. Zijn hele leven bracht hij door in de buurt van de Moskee van de profeet ﷺ en hij verliet de stad alleen als hij naar Mekka op haj ging. Zijn karakter kan niet anders dan kalm en respectvol worden omschreven. Alhoewel hij tijdens sommige discussies hard en onpersoonlijk kon overkomen, was zijn karakter van goede aard. Een typerend voorbeeld is de dag dat een groep mensen naar Imam Malik kwam om vragen te stellen over bepaalde onderwerpen. De groep kreeg geen antwoord op hun vragen en vertelde Imam Malik “wat moeten wij zeggen als de mensen van ons thuisland ons vragen wat de antwoorden van Imam Malik waren?” Imam Malik reageerde laconiek en zei: “vertel ze dat Imam Malik het antwoord niet wist.” Deze anekdote typeert het nobele en nederige karakter van Imam Malik.

Hij hield van het eten van vlees en beschreef de banaan als het fruit dat het dichtst in de buurt komt van al het fruit in het Paradijs. Hij vond het fijn als mensen een wit gewaad droegen tijdens het reciteren van de Qur’an. Maar niet alleen tijdens het reciteren, ook op andere gelegenheden prefereerde hij witte kleding. Hij droeg vaak mooie gewaden die uit de steden Aden, Egypte en Khorasan kwamen. Hij was een liefhebber van parfum. Volgens Ibn Sa’d, die het hoorde van Ibn Abi Uways, was Imam Malik een aantal dagen ziek voordat hij stierf. Ibn Abi Uways vroeg aan zijn familie wat de laatste woorden waren die hij sprak, en zij antwoordden “er is geen god behalve Allah en Mohammed is zijn profeet.” vervolgens zei hij “alle zaken, vooruit of achteruit, behoren toe aan Allah.” Hij stierf tijdens het kalifaat van de Abassieden toen Harun el Rashid Kalief was. De gouverneur van Medina, genaamd ‘Abdallah ibn Zayneb, verrichte het gebed tijdens zijn begraving. Volgens de sterkste bronnen overleed hij op 87 jarige leeftijd in de 14e nacht van Rabi’ el Thani, er zijn ook andere bronnen die het getal 90 aanhalen. Hij ligt begraven in el Baqi’ in Medina.

Bron: “Ar-Risaalah Publicaties, “Het leven van Imam Malik”, 2015”