Radicalisering vs. Religiositeit

Studiedagen geestelijke verzorgers ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op 30 oktober jl. hadden wij voor de derde keer de islamitische geestelijke verzorgers van de dienst justitiële inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie te gast voor een tweedaagse conferentie en offerfeestviering. De gehele eerste dag en het eerste deel van de tweede dag waren besloten studiebijeenkomsten waar enkel de geestelijke verzorgers aan deelnamen.

De tweede dag werd afgesloten met een studiemiddag met als thema: ‘Het profiel van de moslimgedetineerde. Over radicalisering en religiositeit’.

Het programma bestond uit korte toespraken door genodigde gastsprekers, gevolgd door een debat met de aanwezige imams, gevangenisdirecteuren en andere betrokkenen.

Gastsprekers voor deze studiemiddag waren;

  • Pieter Cloo (secretaris-generaal van het ministerie van Veiligheid en Justitie),
  • Frank Bovenkerk (Emeritus hoogleraar criminologie. 2009-2012 leerstoel radicalisering studies UvA),
  • Peter Baaijens (vestigingsdirecteur PI Middelburg),
  • Yasin Elfourkani (woordvoerder CMO) en
  • Mohamed Ajouaou (hoofd geestelijke verzorging en sectiecoördinator Centrum voor Islamitische Theologie aan de VU)

 

 

Als gastaccommodatie en vanwege de raakvlakken die wij als moskee hebben met het thema nam onze vice-voorzitter Abdelhamid Bouzzit deel aan het debat.

Mohamed Ajouaou trapte de studiemiddag af door te beschrijven hoe de dienst geestelijke verzorging een proces heeft doorgemaakt betreft het prioriteren van het eerste, uiterst complexe onderwerp van het thema; radicalisering. De scheidingslijn met het andere deel van de gekozen thema; religiositeit, is voor de imams die met gedetineerden werken een belangrijke grens die zij voor ogen moeten houden bij het benaderen van een gedetineerde.

Frank Bovenkerk zette vervolgens gedetailleerd uit hoe extremisme en radicalisme in verschillende groepen, samenlevingen en (sub)culturen kan leiden tot geweldsuitingen en misdaden, en dat dit niet per se een verschijnsel is dat alleen binnen geloofsovertuigingen voorkomt.

 

Beide sprekers spraken hiermee onbewust over de praktijk van dit thema in onze hele samenleving en niet alleen binnen een penitentiaire inrichting. De vraag of iemand diep religieus geïnspireerd is (hoge imaan) en dit praktiseert in zowel aanbidding als uiterlijkheden, of dat iemand zover zal radicaliseren dat hij aan het terroriseren is, is een belangrijke onderscheid die blijvend gemaakt zal moeten worden. Belangrijke kwestie hierbij is het waarborgen van een ieder zijn vrijheid om te geloven waarin hij wilt en minstens net zo belangrijk: het uiten hiervan zoals hij dat wilt.

Uit het debat kwam de wens naar voren gedetineerden die terugvallen op hun geloof te steunen en te begeleiden in hun religiositeit door de geestelijke verzorgers. Ons inzien is deze rol ook weggelegd voor de gehele maatschappij in het algemeen, en moskeeën met de steun van de overheid, in het bijzonder. Misschien wel de beste remedie tegen radicalisering die tot gewelddadige extremisme leidt.

Na het debat werden de studiedagen afgesloten met een traditioneel bereidde Marokkaanse diner, dat liefdevol en ambachtelijk werd bereid door vrijwilligers van de moskee. Ook werd de Secretaris-generaal een rondleiding aangeboden door ons gebouw en werd uitvoering informatie verstrekt over alle activiteiten die door onze vrijwilligers worden gedaan. De Secretaris generaal heeft per brief alle vrijwilligers bedankt voor een geslaagde bijeenkomst.

En ook wij zijn wederom enorm trots op onze onmisbare vrijwilligers en vragen Allah SWT hen rijkelijk te belonen voor hun tomeloze inzet.