Azzedine Karrat begon zijn carrière als IT’er. Nu, nog maar amper 28 jaar, is hij hoofdimam van ICC Essalam, de grootste moskee van Nederland.

Vanaf wanneer begon jouw interesse voor theologie?

Dat was al op jonge leeftijd. Al mijn broers zijn theoloog en hoogleraar op universiteiten. Bij ons thuis werd er dan ook veel over religie gesproken en dan vaak op wetenschappelijk niveau. Als tiener volg je die discussies ook, het is iets waar je mee opgroeit.

Toch koos je in eerste instantie voor Informatica.

Klopt. Toch ben ik wel tegelijkertijd een Koranstudie gaan volgen op de Islamitische Universiteit in Rotterdam. Naast veel theorie leerde ik daar de wetenschap van recitatietechnieken en diverse leesstijlen van de Koran. Die wordt namelijk niet gezongen zoals veel mensen denken, maar ook niet op een standaard manier voorgelezen. Het gebeurt op een heel speciale manier van reciteren waarbij veel regels horen. Daarnaast heb ik de Koran van kaft tot kaft in mijn hoofd gememoriseerd. Dan praat je dus over ruim zeshonderd pagina’s.

Wist je toen al: ik word later imam?

Nog niet, al zag ik het wel als een verplichting om mijn geloof goed te kennen en dat aan andere mensen door te geven. Vanaf 2007 ben ik begonnen met het geven van lezingen en mocht ik aan de slag als ondersteunend docent op de Islamitische Universiteit. Ik kreeg toen ook de kans om een bachelor Theologie te volgen. Dat deed ik in het weekend en in de avonduren, overdag was ik met mijn eigen IT-bedrijfje bezig. In het laatste jaar van die studie organiseerde ik steeds meer activiteiten. Ik zag dat mijn lezingen echt effect hadden op mensen, dat zij waardeerden wat ik deed. Dat heeft me gestimuleerd om hiermee door te gaan en zo nam ik langzaam maar zeker meer afstand van mijn werk als IT’er.

Inmiddels ben je hoofdimam van de grootste moskee van Nederland, ICC Essalam. Wat doet iemand in die functie?

De taalkundige betekenis van imam is ‘iemand die voorstaat’. Je bent in feite de geestelijk leider van een geloofsgemeenschap en draagt de verantwoordelijkheid om mensen te onderwijzen, te motiveren en te helpen met problemen. Dat gaat dus veel verder dan alleen de dagelijkse gebeden en de vrijdagpreek. Het is een pittige job die veel van je inspanning vraagt, dat wordt wel eens onderschat. Ook door geloofsgenoten. Zo gebeurt het dat ik ’s avonds om elf uur wordt gebeld door iemand die een probleem heeft en mij om advies vraagt. Dat kan bijvoorbeeld een vrouw zijn die ruzie heeft met haar man. Als imam ben je dus een vertrouwenspersoon. Wat overigens niet veel mensen weten, is dat ik ook inzetbaar ben voor niet-Moslims. Ik ga bijvoorbeeld naar jeugdinstellingen en word vaak benaderd door scholen om gastlessen te verzorgen. Dat doe ik dan ook graag.

Je geloof ligt momenteel onder een vergrootglas. Afgelopen week werden imams de toegang tot ons land geweigerd, in Delft is veel weerstand tegen de komst van een grote moskee en er is natuurlijk nog IS. Hoe ga je daar als imam mee om?

Het is niet mijn religie die onder de loep wordt genomen, maar een zeer kleine minderheid van de aanhangers van mijn geloof. Men moet dat onderscheid wel kunnen maken. In iedere beschaving heb je helaas ook mensen met een slechte wil. En hoewel ik de weerstand in Delft tegen de komst van de moskee begrijp, is het wel een zorgelijke ontwikkeling. Als een moskee op de juiste manier wordt gerund, is die juist een toegevoegde waarde voor de samenleving.

Bron: metronieuws.nl