In de Islaam is het elke dag “moederdag”!

‘Asier ibn Djaabir verhaalde: “Telkens als er mensen kwamen uit Jemen, dan vroeg ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem) hen: ‘Is Oeways al-Qarnie bij jullie?’ Tot het jaar aanbrak dat hij Oeways ontmoette. Hij zei: ‘Ben jij Oeways al-Qaranie?’ Hij antwoordde: ‘Ja.’ ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem) ging verder: ‘Van Moeraad, en dan Qarn?’ Hij antwoordde: ‘Ja.’ ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem) vroeg vervolgens: ‘Ben jij ooit getroffen door lepra en je hele huid is genezen behalve een deel ter grootte van een dirham?’ Oeways zei: ‘Ja.’ Tenslotte vroeg ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem): ‘Heb jij een moeder (die nog leeft)?’ Hij antwoordde: ‘Ja.’

‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem) zei toen: ‘Ik hoorde de boodschapper van Allahﷺ  zeggen (Nederlandstalige interpretatie): ‘Oeways ibn ‘Aamir zal naar jou komen met de delegaties uit Jemen, vanuit Moeraad, en dan vanuit Qarn. Hij was ooit getroffen door lepra, maar zijn gehele huid is genezen behalve een stukje ter grootte van een dirham. Hij heeft een moeder en hij behandelt haar goed. Als hij bij Allah een eed (om iets) zou doen, dan zou Allah zijn eed vervullen. Als je ertoe in staat bent, verzoek hem om voor jou vergeving te vragen.’ ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem) verzocht Oeways toen: ‘Vraag vergeving voor mij.’ En Oeways al-Qarnie deed dit.”

Allah de Verhevene draagt ons op in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “En jouw Heer heeft bevolen dat jullie niets aanbidden behalve Hem en dat jullie goed tegenover de ouders zijn. Als één van hen of beiden de ouderdom bereiken bij jou, zeg dan geen ‘pfff’ (een oneerbiedig geluid of woord) tegen hen en snauw hen niet af en zeg een edel woord tegen hen. En verlaag voor hen beiden de vleugel der nederigheid (wees zachtmoedig en aardig voor beiden) uit barmhartigheid en zeg: ‘Mijn Heer! Begenadig hen beide zoals zij mij grootbrachten toen ik jong was.’” [Soerat al-Israa-e(17), aayah 23-24.]

Ad-Daylamie leverde over van al-H’oesayn ibn ‘Aliy (moge Allah tevreden zijn met hen beide), dat de profeetﷺ  gezegd heeft : “Als Allah iets kleiner kende dan ‘oeff’ om oneerbiedig tegenover de ouders te zijn, dan zou Hij het h’araam (verboden) hebben verklaard!”

Een man kwam bij de profeetﷺ  voor toestemming om op djihaad (jihad) te mogen gaan. De profeetﷺ  vroeg hem: “Leven jouw ouders nog?” Hij zei: “Ja.” Hijﷺ  zei: “Verricht djihaad (door middel van een zachtaardige behandeling) jegens hen.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie)

Goedheid jegens de ouders

Als iemand jou vandaag een gratis lunch zou aanbieden, dan zou je ongetwijfeld reageren met een glimlach, een aardig woord voor diegene en je zou een speciale plek in je hart reserveren ter nagedachtenis van die persoon. Waarom is het dan zo dat onze ouders koude blikken van ons ontvangen, harde woorden en een bittere behandeling, en zij zijn wie zij zijn in onze levens? Gedurende twintig of dertig jaar hebben zij ons gevoed, gekleed, gewassen en stortten zij hun genade op onze zachte huid. Hun liefde voor ons sterft niet, zelfs als wij sterven; het is een liefde die verder gaat dan ons, die liefde gaat over op onze kinderen en zelfs op de kinderen van onze kinderen.

Geliefde broeders en zusters, we hebben allemaal ouders, of ze nu bij ons zijn of niet, echter velen hebben hun belangrijke positie binnen ons leven niet begrepen en het recht dat zij hebben op respect en eer. Vandaag wil ik jou en mij herinneren aan de ware positie van onze ouders (en vooral de moeders), moge Allah de Barmhartige hen allen genadig zijn.

 Birr al-waalidayn is een karaktereigenschap van een moe-emin (gelovige). Al-H’asan al-Basrie omschrijft het als volgt: “Al-birr is het gehoorzamen van de ouders in alles wat zij vragen zolang dit niet de ongehoorzaamheid tegenover Allah de Verhevene is. Ongehoorzaamheid (‘oeqooq) is het ontkennen van de ouders, de verloochening van alle goedheid jegens hen.”

Volgens de meerderheid van de geleerden is het respectvol behandelen en het gehoorzamen van de ouders fardh (verplicht). Ibn H’azm heeft gezegd: “(Het gehoorzamen van de ouders) is fardh!” en hij haalde de volgende aayah aan (Nederlandstalige interpretatie): “…Aanbid niets behalve Allah, en wees goed tegenover de ouders…” [Soerat al-Baqarah(2), aayah 83.]

Om de betekenis van birr al-walidayn (goedheid jegens de ouders) beter te kunnen begrijpen, hebben de geleerden de volgende voorwaarden gesteld waar men zich aan moet houden:

1.) Hij moet de vreugde van zijn ouders boven de vreugde van alle anderen stellen, inclusief die van zichzelf, zijn vrouw en zijn kinderen – echt iedereen.

2.) Hij moet hen gehoorzamen in alles wat zij vragen en verbieden, of dit strookt met zijn verlangens of niet, voor zover zij niet de ongehoorzaamheid tegenover Allah de Verhevene bevelen.

3.) Hij moet hen in alles tegemoet komen waarvan hij denkt dat zij daar naar verlangen, of ze er nou om vragen of niet. Hij moet dit aanreiken met goedheid en genade, begrijpend dat wat hij ook doet er toch altijd nog een tekort zal blijven bestaan in het vervullen van de ware goedheid die zijn ouders echt verdienen.

 Tevredenheid van Allah verdienen

De liefde van Allah de Verhevene komt wanneer onze ouders van ons houden. En de woede van Allah de Verhevene komt wanneer onze ouders boos op ons zijn. Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hem) heeft gezegd: “Er zijn drie dingen die niet geaccepteerd zullen worden als de wederhelft ervan niet vervuld wordt.” En hij noemde (Nederlandstalige interpretatie): “….Wees daarom dankbaar jegens Mij en jouw ouders…” [Soerat Loeqmaan (31),aayah 14.] Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hem) ging verder: “Dus wie Allah dankt maar ondankbaar is tegenover de ouders, Allah zal het niet van hem accepteren.”

De profeetﷺ  heeft gezegd : “De tevredenheid van Allah komt van de tevredenheid van de ouders, de woede van Allah komt van de woede van de ouders.”

Hoe gaan we om met onze ouders?

Laten we even stilstaan bij de manier waarop velen van ons de ouders behandelen. We trekken ons terug van hen wanneer zij iets nodig zouden kunnen hebben. We bezoeken hen nooit wanneer we weg van ze zijn. In feite ontdoen veel mensen zich van hun ouders door ze in bejaardenhuizen te stoppen. Wanneer er een onenigheid ontsteekt tussen ons en onze ouders, wordt er tegen hen geschreeuwd alsof er geruzied wordt met de ergste vijand. Moge Allah ons allen hiervoor behoeden.

Vergelijk dit eens met degenen die voor ons kwamen. Dhibyaan ibn ‘Aliy at-Thawrie (moge Allah tevreden zijn met hem) reisde vaak met zijn moeder naar Mekkah. Eenmaal aangekomen, in de verschroeiende hitte, groef hij een klein badje en hij vulde dit met koel water. Vervolgens wendde hij zich tot zijn moeder en zei: “Oemmie (mijn moeder), ga in dit water zitten om af te koelen.”

Voor velen van ons zijn de vrienden waardevoller dan onze moeder en vader. Vergeetachtig zijn wij met betrekking tot die keer dat er een man naar de profeetﷺ  kwam en hem vroeg wie het meeste recht had op zijn beste vriendschap. Hijﷺ zei:“Je moeder!” De man vroeg nogmaals en nogmaals, maar de profeetﷺ  antwoordde: “Je moeder! Je moeder!” Nadat de man het voor de vierde keer vroeg, antwoordde de profeetﷺ: “Je vader.”

Vandaag de dag, wanneer de alledaagse vraag wordt gesteld: “Wie is je beste vriend?” Hoeveel mensen zijn er dan die antwoorden: “Mijn moeder!” Maar dit is de juiste manier waarop wij die vraag zouden moeten beantwoorden en toepassen.

Paradijs ligt onder de voeten van de moeder

Het tevredenstellen van de ouders gaat voor alle andere zaken zolang men maar niet ongehoorzaam is tegenover Allah de Verhevene. De geleerden begrepen dit en hebben een voorbeeld voor ons gesteld. Haywah ibn Shoerayh’, een van de a-immah (imaams) van onze oemmah, gaf lessen vóór zijn huis. Gedurende deze lessen riep zijn moeder hem om de kippen te voeren. Hij stond vervolgens op, verliet de h’alaqah (een islamitische bijeenkomst met als primair doel kennis opdoen over de Islam) en ging de kippen voeren. We willen allemaal dat Allah de Verhevene onze daden accepteert; we willen allemaal het Paradijs betreden. Kijk omlaag mijn geliefde broeders en zusters, en je zult het Paradijs treffen aan de voeten van je moeder.

Ah’mad en an-Nasaa-ie hebben van Moe’aawiyah ibn Djaahimah as-Soelaamie overgeleverd: “Mijn vader, Djaahimah, ging naar de profeetﷺ  en vroeg: ‘O boodschapper van Allah! Ik wil graag gaan strijden omwille van Allah en ik ben bij u gekomen voor advies.“ De profeetﷺ  vroeg hem (Nederlandstalige interpretatie): “Is je moeder nog in leven?” Hij antwoordde: “Ja.” “Blijf in dat geval bij haar,” adviseerde de profeetﷺ , “want aan haar voeten ligt al-Djennah (het Paradijs)!”[Iets vergelijkbaars is ook overgeleverd door Ibn Maadjah.

Aan de andere kant, het verdrietig maken van onze ouders, of hen aan het huilen maken, is een van de vele manieren om de woede van Allah de Verhevene te verdienen. Imaam Ah’mad leverde over van ‘Abdoellaah ibn ‘Amr ibn al-‘Aas (moge Allah tevreden zijn met hem): “Er kwam een man naar de profeetﷺ  om zijn eed van trouw (al-bay’ah) af te leggen. Hij zei: ‘Ik ben gekomen om mijn eed aan u af te leggen voor hidjrah (de migratie omwille van Allah) en ik heb mijn beide ouders huilend achtergelaten.’ De profeetﷺ  beval hem: “Ga terug en de manier waarop je hen aan het huilen maakte, maakt hen aan het lachen!”

Ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hen beide) heeft gezegd: “De ouders aan het huilen maken is binnen de‘oeqooq (ongehoorzaamheid) een van de grote zonden!”

Sheikh al-Qaasim heeft eens gezegd: “Soebh’aan Allaah! Hoe kunnen we onze ouders laten wenen, tranen die de Troon van Allah laten trillen, tranen die de engelen in de hemelen laten wankelen, en vervolgens claimen we dat we op djihaad gaan omwille van de Tevredenheid van Allah de Verhevene!? Ga terug en maak hen blij met je bezoek zoals je hen liet treuren door je vertrek. Als zij lachen en ze zijn tevreden met je, dan is Allah de Verhevene ook tevreden.”

Tijdens de begrafenis van zijn moeder weende al-H’aarith al-Aklie (moge Allah tevreden zijn met hem). Toen hem gevraagd werd naar de reden van zijn tranen, zei hij: “Waarom zou ik niet huilen als een van de poorten van het Paradijs nu voor mij gesloten is?” (Het Paradijs heeft 8 poorten, waaronder de poort die geopend zal worden voor diegenen die goed omgingen met hun ouders)

We oogsten wat we zaaien. Lang geleden, in een ver gelegen land, was er een blind geboren jongen. Zijn moeder was weduwe, en als de goede moslimah die zij was, verloor zij nooit de hoop in haar doe’aa-e (smeekbede) en zij bad voortdurend. Een aantal jaar later, kreeg de jongen zijn zicht terug, al-h’amdoelillaah. Nadat zij zich realiseerde dat haar dorp niet kon voorzien in het islamitisch onderwijs dat zij voor haar zoon wenste, nam ze haar zoon bij de hand en migreerden samen naar Mekkah. Daar zag zij dat hij kennis opdeed over de Qor-aan en h’adieth, en de jongeman concentreerde zich voornamelijk op dit laatste. Hij maakte verre reizen om ah’aadieth te verzamelen en stelde een h’adieth-boek samen dat na de Qor-aan komt in authenticiteit. Vergeet zijn moeder niet die hem goed heeft opgevoed. Zijn moeder noemde hem Moh’ammed ibn Ismaa’iel, maar velen van ons kennen hem vandaag de dag als al-imaam al-Boekhaarie!

Je oogst wat je zaait

Beste broeders en zusters, hoe vaak gebeurt het dat een boer graan verbouwt en er een zonnebloem in de plaats groeit? Je zou zeggen nooit! Hoe kan iemand het ene zaad planten en verwachten dat er een andere plant voor in de plaats groeit. Zoiets gebeurt gewoon niet. Tegelijkertijd zijn er ouders die hun kinderen laten waggelen in een modderpoel van televisie, muziek, films en slechte vrienden. Wanneer het kind dan met zijn eindexamen naar het feest wil met zijn vriendin, of wanneer hij naar de universiteit gaat en dan stopt met het gebed, dan roepen de ouders: “Wat is er gebeurd?”

Broeders en zusters, het is de oogst van wat wij geplant hebben. Als wij onze kinderen niet goed opvoeden en leren gehoorzaam te zijn, wat is het dan dat wij verwachten dat zij zullen leren? Als wij de Islaam zelf niet praktiseren, wie zullen onze kinderen dan als voorbeeld hebben? Hoe leer je een kind dat hij moet opstaan met salaat al-fadjr (het ochtendgebed), terwijl hij zijn ouders ziet doorslapen, dag in dag uit? Je kunt je nu afvragen: hoe kan ik mijn kinderen grootbrengen als goede moslims, gehoorzaam aan hun ouders? Houdt rekening met het volgende:

Allereerst: men moet zijn kinderen discipline aanleren gedurende hun jeugd. Hishaam ibn ‘Abdoel-Maalik miste ooit eens een week zijn zoon gedurende het vrijdaggebed. Toen hij hem later tegenkwam, vroeg hij hem: “Waarom heb jij al-djoemoe’ah gemist?” Zijn zoon antwoordde: “Mijn ezel was niet in staat de reis te maken.” Zijn vader zei toen: “Kon jij niet lopend komen!” Het hele jaar na dit incident moest de zoon van Hishaam ibn Abdoe l-Maalik lopend naar het vrijdaggebed.

Ten tweede: de godvruchtigheid van de vader en de moeder bereikt de kinderen. In de Qor-aan haalt Allah de Verhevene het verhaal van Khidhr voor ons aan en hoe hij de muur herstelde voor twee wezen. “En wat betreft de muur: die was van twee weesjongens in de stad, en eronder lag een schat van hen (die voor iedereen zichtbaar zou zijn als de muur zou instorten). En hun vader was een rechtschapen man…” [Soerat al-Kahf (18), aayah82]

Kijk eens hoe Allah Ta’aalaa deze twee wezen beschermde vanwege de godvruchtigheid van hun vader. In de tefsier (verklaring/uitleg van de Qor-aan) wordt zelfs vermeld dat het zelfs ging om de godvruchtigheid van hun grootvader, zeven generaties terug! Sa’ied ibn Djoebayr zei: “Ik verleng vaak mijn gebed omwille van mijn zoon; wellicht zal Allah de Verhevene hem beschermen (hierdoor).”

Tot slot, laten we eens nadenken over de deugdzaamheid van het respecteren van onze ouders: het is een van de grootste dingen die wij kunnen doen. In Sah’ieh’ al-Boekhaarie en Sah’ieh’ Moeslim is overgeleverd van ‘Abdoellaah ibn Mas’oed (moge Allah tevreden zijn met hem) dat een man de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) vroeg: “Welke daad is het meest geliefd bij Allah?” Hijﷺ zei  “Het gebed (as-salaat) op tijd (verrichten).” De man vroeg: “En dan?” Hijﷺ zei: “Het respecteren en eren van de ouders.” Hij zei: “En dan?” De profeetﷺ  antwoordde: “Djihaad omwille van Allah.”

Het is een middel waardoor onze zonden vergeven kunnen worden. Allah de Verhevene beveelt ons in de Qor-aan  “En Wij bevolen de mens goedheid jegens zijn ouders. (Vooral jegens zijn moeder, want) zijn moeder droeg hem in onaangenaamheid en baarde hem in onaangenaamheid1. 1 Verwijzend naar alle zwangerschapskwaaltjes en moeilijkheden bij de bevalling.

Het daaropvolgende vers vertelt ons: “Zij zijn degenen van wie Wij het beste van wat zij deden zullen accepteren, en Wij negeren (vergeven) hun slechte daden. (Zij zullen zijn) onder de bewoners van het Paradijs – een ware belofte die hen beloofd is.” [Soerat al-Ah’qaaf (46), aayah 16.]

Het respecteren van onze ouders zal ons naar het Paradijs leiden! In Sah’ieh’ Moeslim heeft Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaald dat hij de boodschapper van Allahﷺ  heeft horen zeggen (Nederlandstalige interpretatie): “Moge hij vergaan! Moge hij vergaan! Moge hij vergaan!” Er werd gevraagd: “Wie, O boodschapper van Allah?” De profeetﷺ  zei: “Hij van wie de ouders een hoge leeftijd bereiken tijdens zijn leven – één van hen of beiden – en hij betreedt het Paradijs niet.”

En wanneer onze ouders zijn heengegaan, de goedheid tegenover hen eindigt niet. Maalik ibn Rabi’ah al-Saa’iedie verhaalde: “We zaten met de boodschapper van Allahﷺ toen een ansaarie man kwam en vroeg: ‘O boodschapper van Allah! Is er iets over van mijn deugdzaamheid tegenover mijn ouders dat ik hen kan geven na hun dood?’ De profeetﷺ  zei :‘Ja, vier dingen: (1) bid en vraag vergeving voor hen (mits zij moslims zijn), (2) vervul hun beloften, (3) wees aardig voor hun vrienden en (4) onderhoud de banden van verwantschap die alleen van hun richting komen. Dit is wat er van jouw deugdzaamheid voor hen over is na hun dood.’”

Ah’mad, Aboe Daawoed en Ibn Maadjah meldden dat ‘Aamir ibn ‘Abdoellaah ibn az-Zoebayr (moge Allah tevreden zijn met hem) gezegd heeft: “Mijn vader stierf, en een heel jaar lang vroeg ik Allah de Verhevene om niets anders dan vergeving voor mijn vader.”

Gedenk, mijn beste broeders en zusters, de woorden van de profeetﷺ  als je jouw ouders vandaag ontmoet: “Fa fiehima fa djaahid [verricht jihad op (de goede behandeling van) je ouders]!”(Overgeleverd door al-Boekhaarie)

O Allah! Vergeef ons en onze ouders, en beloon hen met de beste beloning. O Allah! Verhoog hun positie in het Hiernamaals en in deze doenyaa [het (tijdelijke) wereldse leven]; maak hetgeen dat hen is overkomen een boetedoening voor hun zonden. O Allah! Verleen hen onderdak in Firdaws, het hoogste niveau van het Paradijs, met de profeten, de waarachtigen en de martelaren. Amien.